De Green Deal Zorg-partners vragen het nieuwe kabinet om een investering van € 334 miljoen om de zorg te verduurzamen: de helft voor helft voor ziekenhuizen en de andere helft voor langdurige zorg. Dat geld is nodig om vóór 2050 de CO2-uitstoot met de afgesproken 95% te reduceren.
Onderbouwing van het benodigde bedrag komt uit een TNO-studie die is verricht in opdracht van de Green Deal ondertekenaars: ActiZ, de Nederlandse ggz, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en Nederlandse Vereniging van Banken. Door nu hun agenda te delen met de kabinetsinformateur proberen zij commitment van toekomstige coalitiepartners te verwerven.
Transitie
De Green Deal Duurzame Zorg kent vier speerpunten: terugbrengen CO2-voetafdruk, circulair werken, minder medicijnresten in het water en het stimuleren van een gezonde omgeving. Het programma van De Green Deal past in de doelstellingen van het Klimaatakkoord en het programma ‘Nederland Circulair in 2050’. De Deal is ondertekend door 241 organisaties. Dat laat zien dat er breed draagvlak is voor de transitie naar een duurzame zorg: van zorg en ziekte naar gezondheid en gedrag. Dat veronderstelt investeringen in preventie als noodzakelijke voorwaarde voor een toekomstbestendige zorgsector.
Uitstoot
De zorgsector veroorzaakt 7% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Dat moet een stuk omlaag; instellingen werken aan verduurzaming van hun gebouwen door over te schakelen op andere systemen voor verwarming, koeling, energievoorziening, bouw en renovatie. Denk aan de inzet van warmtepompen, isolatiemaatregelen, warmte en koude opslag (WKO’s), circulair bouwen en het gebruik van zonnepanelen en windenergie.
Andere pijlers
Binnen de andere pijlers van het Green Deal-programma zijn campagnes gestart die mensen stimuleren om overblijvende medicatie terug in te leveren, er zijn projecten om verspilling van medicijnen en voeding aan te pakken. Ook werken zorginstellingen aan het stimuleren van recycling, gezonde voeding, duurzaam inkopen en circulaire werkplekken. Door de inzet van ‘green teams’ van eigen personeelsleden wordt de transitie zoveel mogelijk bottom-up aangepakt.