In de paramedische beroepspraktijk en de revalidatiezorg is grote vraag naar expertise op het vlak van brede, interdisciplinaire toepassing van innovatieve producten. Dit is voor de HAN de reden om – in samenwerking met de Sint Maartenskliniek – in Nijmegen het Associate Lectoraat e-Health in te stellen per 1 juli 2015.
In de paramedische beroepspraktijk en de revalidatiezorg is grote vraag naar expertise op het vlak van brede, interdisciplinaire toepassing van innovatieve producten. Dit is voor de HAN de reden om – in samenwerking met de Sint Maartenskliniek – in Nijmegen het Associate Lectoraat e-Health in te stellen per 1 juli 2015.
Dr. Lilian Beijer, onderzoeker Revalidatie, Spraak- en taaltechnologie en e-Health bij de Sint Maartenskliniek, is de nieuwe associate lector. Zij gaat de uitvoering van het onderzoeksplan op zich nemen en combineert deze functie bij de HAN met haar huidige aanstelling.
Innovatieve zorgtechnologie en e-health
Het Associate Lectoraat e-Health maakt deel uit van de programmalijn Zorgtechnologie van het Lectoraat Innovatie in de Care. Het nieuwe associate lectoraat richt zich in eerste instantie op chronische – revaliderende – patiënten en op de opleidingen van het Instituut Paramedische Studies (IPS) van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM). Gezien de focus op e-health voor revalidatiepatiënten is er ook een nauwe relatie met het Centre of Expertise Sneller Herstel.

Interdisciplinaire kennisdomeinen
Het Associate Lectoraat e-Health heeft het interdisciplinaire karakter van kennisdomeinen. Het gaat daarbij om:

  • Zorginhoud revalidatiegeneeskunde
  • (e-Health)-Technologie
  • Mens-Computer Interactie
  • Communicatie en beïnvloeding van aan gezondheid gerelateerd gedrag

Vanuit diverse faculteiten wordt in HAN Onderzoek en Advies samengewerkt aan onderzoeksvragen op dit interdisciplinaire terrein.

Primaire onderzoeksvragen
De primaire onderzoeksvragen van het Associate Lectoraat e-Health zijn:
  • Welke factoren binnen de kennisdomeinen bepalen een goede toepassing van e-Health producten?
  • Welke randvoorwaarden zijn nodig in de zorgomgeving om implementatie te realiseren?
  • Welke processtappen zijn onderdeel van de valorisatie van nieuwe producten in dit zorgdomein?

De uitkomsten van onderzoek worden bij voorkeur ingezet voor de vertaling van ontwikkelde producten over grenzen van disciplines heen. In de HAN-opleidingen in het werkveld van de sociale, paramedische en verpleegkundige studies, maar ook in de technische studies wordt expliciet aandacht besteed aan het belang en de ontwikkeling van multi- en interdisciplinaire kennis over e-Health.
Ondersteuning e-Health

Naar verwachting gaat het Associate Lectoraat e-Health ondersteuning bieden bij:

  • Het zo goed mogelijk inpassen van ziekte of beperking in het dagelijks leven in de eigen leefomgeving, vooral bij chronisch zieken
  • Zelfmanagement: het streven zo gezond mogelijk te blijven
  • Diagnostiek en therapie op afstand
  • Digitaal opslaan van patiëntgerelateerde data
  • Transparanter maken van zorg
  • Communicatie tussen verschillende partners in de zorgketen
Toepassing e-Health in paramedische revalidatieHet associate lectoraat voor paramedische beroepen onderscheidt zich door focus op de laatste fase van ontwikkeling van e-Health: de toepassing en valorisatie. De HAN werkt als kennisinstelling mee aan de vereiste nieuwe ontwikkelingen in de zorg en aan het toerusten van het werkveld daarvoor. De innovaties op het gebied van e-Health worden samen met de Sint Maartenskliniek opent in een nieuw venster in de paramedische revalidatiezorg ontwikkeld en in praktijk gebracht.
Mensen maken het verschil
Menno Pistorius, directeur Instituut voor Paramedische Studies: ‘Met de benoeming van dr. Lilian Beijer is er een prachtige brug geslagen tussen de Sint Maartenskliniek en de HAN, zoals we die ook met het Radboudumc hebben. Het geloof is dat mensen het verschil maken en dat samenwerking via mensen verloopt. Ik ben dan ook zeer verheugd met Lilian als bruggenbouwer. Met deze aanstelling is het niet klaar, ook op andere terreinen zal intensiever met de Sint Maartenskliniek samengewerkt gaan worden.’