Automatisering biedt volop mogelijkheid. Ook in de zorg. Maar er is op dit moment geen branche waarin zich zoveel verschillende ict-vraagstukken afspelen als in de zorgmarkt. Met name vraagstukken over de integratie van systemen. Interoperabiliteit is een heet hangijzer. Wat schort eraan en is er een oplossing denkbaar?

 

Pim Volkert is coördinator terminologie bij Nictiz. Hij houdt zich bezig met het gebruik van (medische) terminologieën in informatiesystemen. Daarnaast is hij opleider van de ontwerpersopleiding Klinische Informatica aan de Tu/e. De opleiding heeft als doel mensen met een technologische of bedrijfskundige achtergrond op te leiden voor het ontwerpen, optimaliseren en implementeren van informatie-oplossingen in de zorg.

 

Uitdaging

De grootste uitdaging van Pim Volkert is, zo vertelt hij, ervoor te zorgen dat informatiesystemen de zorgverleners daadwerkelijk helpen hun werk beter uit te voeren. ICT van vloek naar zegen dus. Enthousiast zet hij zich hiervoor in, maar er is nog veel te doen. Het is geen gemakkelijke opgave. Volkert: ¨We hebben te maken met vele ict-systemen, die interoperabel dienen te zijn in zorginstellingen – het EPD met een hele serie systemen erom heen zoals een apothekers-, laboratorium- en radiologiesysteem – tussen zorginstellingen/disciplines, in regio´s, op landelijke en internationale schaal.¨

 

Vijflagenmodel

Vele systemen en vele verbanden dus. Lastig. Maar volgens Pim Volkert is de techniek niet het echte probleem. ¨Techniek heeft overal wel een oplossing voor. De bottleneck zit in de afstemming tussen bijvoorbeeld de ziekenhuiswereld en die van huisartsen. Voor het bedenken van oplossingen in dit kader, heeft het Nictiz het vijflagenmodel ontwikkeld. Zorginstellingen/disciplines dienen op vijf lagen afspraken met elkaar te maken, te weten: de organisatie, het proces, de informatie, applicatie en de infrastructuur.¨

 

Afstemming op vijf lagen is gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Volkert legt uit: ¨De zorg kent vele eilandjes van bedrijven en instellingen met ieder zijn/haar belangen. Samenwerken is lastig. De overheid neigt nu – zo blijkt uit Kamervragen in oktober jl – om met wetten ´af te dwingen´ aan welke kant van de weg er gereden gaat worden.¨

¨Ik denk, het is mijn persoonlijke visie, dat we over tien jaar een landelijk EPD hebben”

 

Landelijk EPD

En wat wordt die weg dan? Volkert: ¨Deelsystemen in ziekenhuizen kunnen basale patiëntinformatie met elkaar uitwisselen. Maar praten we over klinische paden, dat is heel andere koek. Ik heb het over gedetailleerde omschrijving van alle stappen die een patiënt doorloopt binnen de behandeling voor een bepaalde pathologie of bij een specifieke interventie. Elke zorgdiscipline binnen en buiten de zorginstelling weet precies welke acties uit te voeren op elk moment van de behandeling. Wil je dit voor elkaar krijgen, dan moeten we naar netwerkzorg¨

 

Pim Volkert vervolgt: ¨Ik denk, het is mijn persoonlijke visie, dat we over tien jaar een landelijk EPD hebben. In wat voor vorm, dat weet ik niet. Maar zoals gezegd, het ict-landschap in Nederland is erg ingewikkeld. Neem bijvoorbeeld autorisatie. Wie mag welke gegevens inzien en hoe? En als die gegevens door het netwerk bewegen en de patiënt niet meer wil dat de gegevens gebruikt worden? We hebben het onszelf erg moeilijk gemaakt. Voordat er ook maar sprake zou kunnen zijn van een landelijk EPD of zelfs een regionaal EPD, moet het mijns inziens eerst nog harder knellen voordat er voldoende draagkracht ontstaat voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld een landelijke EPD.¨

 

Trots

Pim Volkert tot slot: ¨Het is vloeken in de kerk. Ik weet het. In de zorg en ICT gaat het allemaal zo hard niet. Maar toch, de laatste jaren vinden er ongelooflijk veel ontwikkelingen plaats in Nederland. Onlangs heb ik in het buitenland hierover presentaties gehouden. Die ontwikkelingen gedeeld. Ik merk, dat ik daar dan best trots op ben. Neem Medmij, VIPP, Registratie aan de Bron als voorbeelden. Interoperabiliteit heeft ook steeds meer de aandacht van de overheid. Niet voor niets kennen we in Nederland het Informatieberaad in de Zorg. Andere landen in Europa hebben dit niet. Ergens en op een bepaald moment moet alles bijeen komen. Ik ben zeer benieuwd hoe het gaat lopen allemaal. Of we daadwerkelijk de verbindingen kunnen leggen. Beter gezegd, wanneer!¨

 


Begrippen en organisaties in de wereld van interoperabiliteit en zorg, een korte uitleg.

 

Nictiz (Nationaal ICT Instituut in de Zorg) is het Nederlands kenniscentrum voor landelijke toepassingen van ICT in de zorg, dat betrokken is bij grote landelijke e-health-programma’s, gericht op het uitwisselen van informatie in de zorg, zoals:

 

Medmij

  • Het programma stelt de randvoorwaarden vast waaraan een Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO) dient te voldoen: (1) informatiestandaarden voor gegevensuitwisseling, (2) afsprakenstelsel voor het borgen van vertrouwen, (3) scenario´s voor financiering.

 

VIPP

  • Het Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional (VIPP) is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) in samenwerking met het ministerie van VWS. Het programma bestaat uit twee stromen: (1) gegevensuitwisseling met de patiënt, (2) gegevensuitwisseling tussen professionals en met de patiënt rondom medicatie.

 

Registratie aan de bron

Een programma van de umc’s en algemene ziekenhuizen, hun brancheorganisaties NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra) en NVZ, en de landelijke organisaties van medisch specialisten (FMS) en verpleegkundigen (V&VN) en Nictiz. Het wil ervoor zorgen dat alle zorginformatie eenduidig en eenmalig wordt geregistreerd en herbruikt kan worden. De Basisgegevensset Zorg (BgZ) is door Registratie aan de bron ontwikkeld om goede overdracht van patiëntgegevens zo praktisch en snel mogelijk realiteit te maken. Deze patient summary op basis van zorginformatiebouwstenen (ZIB´s), is inmiddels een landelijke standaard.

 

Voor het uitwisselen van informatie in de zorg zijn standaarden nodig. Voorbeelden zijn: Health Level 7 (HL7) versie 1, versie 2 en versie 3, HL7 FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resources), Digital Imaging and Communications in Medicine (DICOM), en Global standards One (GS1) voor met name de logistieke keten.

 

Voor het effectief uitwisselen met medische gegevens is Eenheid van taal nodig. Neem cystische fibrose als voorbeeld. Ook wel cystic fibroses of taaislijmziekte genoemd. Door de ziekte te coderen weet een ict-systeem, dat het om dezelfde ziekte gaat. SNOMED CT is een medische standaard/verzameling van deze gecodeerde medische termen. Logical Observation Identifiers Names and Codes (LOINC) heeft als doel om concepten te standaardiseren van laboratoriumaanvragen- en uitslagen.

 

De Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) beheert het Landelijk Schakelpunt (LSP). Een zorginfrastructuur waarop zorgaanbieders kunnen aansluiten om medische gegevens van hun patiënten digitaal met elkaar te delen. Het LSP is geen database. De gegevens van patiënten blijven staan in de systemen van de zorgverleners.

 

In verschillende regio’s in Nederland werken zorgaanbieders samen om (elektronische) informatie-uitwisseling en communicatie te bevorderen. Zij worden daarbij ondersteund door een Regionale Samenwerkings Organisatie (RSO). Zo’n RSO is door de zorgaanbieders zelf opgericht en heeft dus een breed mandaat en vertrouwen. Dat maakt dat een RSO de mogelijkheid heeft om communicatie-oplossingen in de regio geïmplementeerd en opgeschaald te krijgen. De overkoepelende organisatie van alle regionale samenwerkingsorganisaties is RSO Nederland.

 

Integrating the Healthcare Enterprise (IHE) is een wereldwijd samenwerkingsverband tussen gebruikers en softwareleveranciers met het doel informatie-uitwisseling tussen computersystemen in de zorgsector te standaardiseren en harmoniseren. IHE maakt gebruik van bestaande standaarden.

 

Het Informatieberaad Zorg is een bestuurlijke samenwerking tussen deelnemers uit het zorgveld en het ministerie van VWS. Gezamenlijk werken de leden van het Informatieberaad aan een duurzaam informatiestelsel in de zorg.

Fotobijschrift: Pim Volkert

Tekst: Betty Rombout

Bron: FMT Gezondheidszorg