Artist's impression van het Living-Inn-complex dat in maart 2024 wordt opgeleverd.
Artist's impression van het Living-Inn-complex dat in maart 2024 wordt opgeleverd.

Jong, oud én zorgcliënt onder één dak

Oud en jong samen in het verzorgingstehuis, het kwam nooit grootschalig van de grond. In Nijmegen komt het sociale woonzorgconcept in een modern nieuwbouwcomplex met een nieuwe formule tot leven. Cliënten met een zorgvraag zijn de derde bewonersgroep. Zorgorganisatie De Waalboog huurt de zorgappartementen en was nauw betrokken bij de invulling ervan. ‘De zorg is er dichtbij.’

Pieter van den Brand

Ik ben een klein beetje vader over hem en moet hem in toom houden. Hij is nog erg jong”, zegt de oudere man. “Ook dat nog”, grijnst de student. Deze gemoedelijke plaagstootjes komen uit een filmpje van Nieuwsuur uit 2017. Plaats van handeling is woon- en zorgcentrum Humanitas in Deventer, dat zo’n vier jaar eerder had besloten zijn woningen open te stellen voor studenten. Goedkope woonruimte voor de een en dagelijkse hulp en sociale aandacht voor de ander, was de gedachte hierachter. De studenten helpen bij de maaltijd en wandelen en sporten met hun oudere medebewoners. Of maken gewoon een praatje bij de koffie.

Bestuursvoorzitter Rita Arts van De Waalboog: “We moeten gaan omdenken.”
Bestuursvoorzitter Rita Arts van De Waalboog: “We moeten gaan omdenken.”

Het initiatief van Humanitas kreeg navolging op meer plekken in het land, maar grootschalig kwam intergenerationeel wonen nooit van de grond. In Nijmegen blaast ontwikkelaar Roozen van Hoppe het sociale woonzorgconcept nieuw leven in. Onder de naam ‘Living-Inn’ komen in het nieuwe stadsdeel Hof van Holland in de Waalsprong in één gebouwencomplex 210 seniorenwoningen, 82 appartementen voor starters en 80 zorgappartementen voor kleine woongroepen. Het complex, dat voorjaar 2024 gereed is, krijgt tal van ontmoetingsruimtes, van een binnentuin en horecagelegenheid tot gezamenlijke huiskamers. Roozen van Hoppe realiseerde al vergelijkbare voorbeelden, zoals Ons Koningsoord in Berkel-Enschot. Het woonzorgconcept gaat nu een stap verder met intramurale ouderenzorg.

Puzzelstukje
“Living-Inn vormt het ontbrekende puzzelstukje waarmee we binnen De Waalboog onze actuele huisvesting op orde kunnen krijgen”, verkondigde bestuursvoorzitter Rita Arts van de Waalboog bij de start van het project. De zorgorganisatie huurt de zorgappartementen in het nieuwbouwcomplex en neemt zo deel aan Living-Inn. De Waalboog is druk bezig om de sterk verouderde grote zorggebouwen met een groot hek eromheen te vervangen door kleinere locaties voor 40 tot 80 bewoners met een sterke verbinding met de wijk. “Wij zien dat als de toekomst van de ouderenzorg”, zegt Arts. “Living-Inn past uitstekend in dat gedachtegoed.” Daar komt bij dat het bij Living-Inn, benadrukt ze, niet om nieuwe capaciteit gaat. Met de andere zorgorganisaties in de regio heeft De Waalboog afgesproken niet verder uit te breiden, om elkaar niet te beconcurreren op het toch al schaarse zorgpersoneel. “Met Living-Inn maken we dus een mooie slag. We huren de appartementen voor de komende vijftien jaar, en dat sluit weer aan bij onze wens om naast het eigen vastgoed meer te gaan huren.” De huurprijzen voor de bewoners zijn passend bij de huisvestingscomponent binnen de Wlz, aldus Arts.

Artist’s impression van het Living-Inn-complex; de hoogbouw krijgt vier verdiepingen met zorgappartementen.

Dementie
De vier verdiepingen tellende zorgappartementen in Living-Inn zijn bestemd voor bewoners met een Wlz-indicatie en een vorm van dementie. De Waalboog was nauw betrokken bij de invulling van de appartementen, die van de laatste domotica-technologie worden voorzien, zodat bewoners zich veilig vrij kunnen bewegen. Naast eigen studio’s is er een woonkamer voor ontmoeting en activiteiten en het samen nuttigen van vers bereide maaltijden. Er zijn drie logeerappartementen. De zorgverdiepingen worden in maart opgeleverd. “We bereiden ons daar samen met de zorgmedewerkers op voor, om een goede start met de nieuwe werkwijze en de technische voorzieningen in Living-Inn te kunnen maken”, zegt Arts.

De startersappartementen (onder de sociale huurgrens) waren binnen drie weken verhuurd. Bij Living-Inn doen de jongere bewoners geen ‘mantelzorg’ of een wekelijks aantal uren vrijwilligerswerk in ruil voor een lage huur. Het gaat om het sociale aspect. Om voor een appartement in aanmerking te komen, moesten de starters in een pitch laten zien dat ze achter het woon zorgconcept staan. In het gebouw is een ‘community-manager’ aanwezig, die erop toeziet dat het Living Inn-concept de beoogde invulling krijgt en iedereen zijn aandeel levert.

Soepel
Arts verwacht dat de jongere en oudere bewoners meer naar elkaar om zullen zien. “Dat gaat stapje voor stapje, weten we uit de ervaringen met dementievriendelijke wijken, waar dit maar minimaal is gelukt. We verwachten dat dit in de Living-Inn community waarin mensen echt samenwonen, wél kan slagen. Er zijn zoveel ontmoetingsplekken voor de bewoners. Senioren en starters zullen zich mengen en ook mensen met dementie tegenkomen. We gaan de kennis hoe hiermee om te gaan delen, zodat het contact met onze bewoners soepel verloopt. Mensen met dementie zijn vergeetachtiger en vertellen misschien vijf keer hetzelfde, maar deze groep bewoners vertoont geen gedragsproblemen. De senioren en starters in Living-Inn hebben ze er zelf bewust voor gekozen om deel van het woonzorglandschap uit te maken. Sommige bewoners in de seniorenappartementen zijn net boven de 45 jaar. Er zitten ook senioren bij met een partner die op termijn zorg behoeft. Zij kunnen dan onder één dak blijven wonen, maar hoeven niet 24/7 bij elkaar te zijn. De zorg is er dichtbij. Living-Inn hoort bij de concepten waar we in de toekomst steeds meer gebruik van zullen moeten maken vanwege de explosief groeiende omvang van de ouderenzorg. We moeten gaan omdenken.”

Speciale VWS-subsidie

De Waalboog gaat kennis delen hoe met mensen met dementie om te gaan, zodat het contact met deze bewonersgroep soepel verloopt.

Minister Conny Helder (VWS/ouderenzorg) lanceerde in juli een aparte subsidieregeling om jongeren te stimuleren te gaan wonen in geclusterde woonvormen waar overwegend ouderen wonen. De regeling, die deel uitmaakt van het WOZO-programma (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen), is bedoeld om verhuurders (deels) tegemoet te komen.

Voor hen kan het namelijk kostbaar zijn om tegen een lage huur woonruimte aan jongeren beschikbaar te stellen. “We staan met elkaar voor een grote opgave: het aantal ouderen gaat de komende jaren verdubbelen, maar het aantal mensen dat voor hen kan zorgen stijgt niet mee”, licht Helder in een schriftelijk interview toe. “Ik wil ervoor zorgen dat ouderen niet vereenzamen, en dat vraagt om creatieve oplossingen. Zoals dit plan om jong en oud samen te laten wonen. Naast een stukje sociale interactie, zie ik ook zo voor me dat jongeren wat ondersteuning kunnen bieden bij het doen van de boodschappen of het gebruik van digitale middelen. Het zorgpersoneel kan zich dan met andere zorg bezighouden. Ook biedt het samenwonen met ouderen de jongeren aanspraak en kunnen we iets doen aan de eenzaamheid die ook veel jongeren ervaren. Hierdoor kunnen jongeren en ouderen elkaar weer betekenis geven.”

‘Samenwonen van jong en oud is instrument om leefbaarheid te bevorderen’

Naast een tegemoetkoming in verhuurkosten (200 euro per jongere per maand, tot een maximum van 10 jongeren per gebouw) is er ook subsidie voor het faciliteren van een begeleider voor inwonende jongeren (à 70 euro per uur tot een maximum van 4 uur begeleiding per jongere per maand). De ervaringen met eerdere intergenerationele woonvormen leren namelijk dat onder steuning belangrijk is, vandaar dat dit in deze regeling nadrukkelijk is meegenomen. De regeling loopt tot 2028. Tot nu toe hebben 9 organisaties er gebruik van gemaakt. Medio november was voor dit jaar nog 3,8 miljoen euro subsidie beschikbaar. Minister Helder hoopt dat meer zorgorganisaties de regeling aangrijpen om te gaan experimenteren met het samenwonen van jong en oud in wooncomplexen die zijn ingericht voor ouderen of cliënten met een zorgvraag, zoals dementie. “Er zijn veel meer vormen om in te zetten op leefbaarheid. Het samenwonen tussen jong en oud is slechts één instrument om dit te bevorderen. Ik heb geen doel gesteld voor het aantal wooncomplexen. Het doel is dat deze regeling een stimulerend effect heeft en eventuele financiële drempels verlaagt.”

Het nieuwe woonzorgcomplex Living-Inn valt overigens niet onder de voorwaarden van de subsidieregeling. De maandelijkse huur (voor starters) ligt boven de 300 euro.

▶ Meer informatie:

Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen www.dus-i.nl