De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mag vooralsnog doorgaan met het verzamelen en verwerken van gegevens van cliënten van de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Tegenstanders hiervan hadden een kort geding aangespannen om de autoriteit te laten verbieden hiermee verder te gaan. De rechter ziet op dit moment niet genoeg redenen voor een verbod.
De actiegroep Vertrouwen in de GGZ, een coalitie van psychiaters, psychologen en patiënten daagde toezichthouder NZa voor de rechter. Het gaat daarbij om de verplichting om zeer persoonlijke gegevens uit de zogenoemde HoNOS-vragenlijsten van patiënten aan te leveren aan de NZA. De NZa zegt de zeer privacygevoelige data nodig te hebben om een algoritme te ontwikkelen dat de zorgvraag kan voorspellen. Het gaat onder andere om gegevens over verslavingen, seksuele problemen, automutilatie en suïcidale gedachten.
‘Bekostigingsmodel’
Er is al langer commotie over het verzamelen van gegevens over het gebruik van geestelijke gezondheidszorg (ggz). De patiënten zelf zouden daar zelf veel te weinig over weten, zeggen critici. De data zijn volgens de NZa nodig voor een nieuw ’bekostigingsmodel’ dat ertoe moet leiden dat de wachtlijsten korter worden en de zorg wordt besteed aan hen die deze hulp het hardst nodig hebben.
In strijd met recht?
De NZa zei eerder ‘rechtmatig’ deze ‘niet-herleidbare’ gegevens te verzamelen om inzicht te krijgen in hoeveel zorg bepaalde groepen patiënten nodig hebben. Aanbieders van ggz moeten hun cliënten informeren over de methode, waarop de patiënten dan zelf kunnen laten weten of ze er wel of niet van gediend zijn. Deze toestemming moet jaarlijks opnieuw verleend worden.
Nog een procedure
De eisers van het verbod hebben volgens de rechtbank Midden-Nederland onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de praktijk van de NZa in strijd is met het recht. Er loopt ook een meer inhoudelijke procedure , zo schrijft de website Ggz Totaal.
Lees ook onze eerdere berichtgeving over deze rechtszaak.
Bron: GGZ totaal / FMT