ambulance
Beeld: St. Jansdal

De toeleiding tot acute zorg gaat op de schop. Minister Kuipers van VWS wil die bij nieuw instromende patiënten beleggen bij regionale zorgcoördinatiecentra (zcc). In 2025 zal elk van de elf acute zorgregio’s een zcc hebben. In de zcc’s werken regionale zorgaanbieders samen. Kuipers stuurde op 12 april een brief aan de Tweede Kamer met een uitgewerkte schets  van dit zogeheten plan ‘Inrichting van zorgcoördinatie’.

Het gaat om patiënten met een  acute, maar niet levensbedreigende zorgvraag. Het zcc zorgt voor eenduidige toegang en eenduidige, multidisciplinaire triage en inzicht in beschikbare capaciteit in de keten. Zo moet de patiënt op het juiste moment de juiste zorg, op de juiste plek, van de juiste zorgverlener ontvangen. Het zcc bepaalt van een aangemelde patiënt de urgentie van de zorgvraag en de zorg die daarbij past. Dat kan een verwijzing naar een SEH, huisartsenpost of acute ggz zijn, maar ook zorg bij de patiënt thuis, zo nodig ondersteund door professionals. In zorgcoördinatievoorzieningen werken verschillende regionale zorgaanbieders, zoals de huisarts, huisartsenspoedpost, ambulancezorg, wijkverpleging en geestelijke gezondheidszorg, samen. Per regio is er al een Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ).

Schokbestendig

De zorgcoördinatiecentra moeten de zorg schokbestendiger maken, aldus de minister. De vraag naar acute zorg neemt toe, zowel in volume als in complexiteit. Het aanbod blijft daar bij achter, vooral vanwege personeelstekorten. Zorgcoördinatie moet die toenemende druk op de acute zorg het hoofd bieden. Zcc’s worden nadrukkelijk ook ingericht met het oog op noodzakelijke ‘pandemische paraatheid’.  Kuipers volgt met het plan het advies ‘Advies landelijke inrichting zorgcoördinatie’ dat ActiZ, Ambulancezorg Nederland (AZN), InEen, Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) eind maart uitbrachten. Bij de totstandkoming van het advies waren tevens 25 zorgpartijen betrokken.

Zorgcapaciteit

In de zorgcoördinatiecentra moet wat Kuipers betreft ten minste inzicht bestaan in de actuele vrij beschikbare capaciteit in de gehele ROAZ-regio van RAV’s, HAP’s, huisartsen , ziekenhuizen, acute wijkverpleging, farmaceutische spoedzorg, acute ggz, ELV, geriatrische revalidatiezorg, crisisbedden in verpleeghuizen en gehandicaptenzorg en geboortezorg. In de toekomst is dit inzicht in de capaciteit van al deze categorieën zorgaanbieders idealiter beschikbaar in het Landelijk Platform Zorgcoördinatie (LPZ), waarbij aanlevering zoveel mogelijk geautomatiseerd plaatsvindt.
In tijden van schaarste is het wenselijk is dat zcc’s ook bovenregionale verplaatsingen van patiënten coördineren.

Zorgcoördinatiecentra zelfstandige zorgaanbieders

Er volgt onderzoek of de zcc’s zelfstandige zorgaanbieders kunnen zijn. De reden daarvoor is dat triage een vorm van zorgverlening is, en helderheid nodig is over wie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van die zorgverlening en wie het overleg voert met de zorgverzekeraars. Wanneer het zcc een zelfstandige zorgaanbieder is, is bovendien het delen van patiëntgegevens eenvoudiger.

Per ROAZ-regio regelen de twee grootste zorgverzekeraars de zorginkoop bij het zcc en niet meer bij de afzonderlijke deelnemende zorgaanbieders. Dit is hoe de zorginkoop nu al verloopt bij de ambulancezorg, de huisartsenposten en de acute ggz. Dit voorkomt dat verschillende zorgverzekeraars verschillende eisen gaan stellen aan het zcc. Ook de bekostiging verloopt zo mogelijk vergelijkbaar, via een budgetsystematiek.