Veel Europese landen kampen met vergrijzing van het personeel in de ziekenhuizen. Verschillende vakbonden en het Engelse Royal College of Nursing slaan de handen ineen om dit onderwerp samen op te pakken in een Europees project. Ook van werkgeverszijde is er op onderdelen inbreng.
Het project, met de titel ‘Ageing workforce in hospitals – a European exchange of experiences on solution strategies and models of good practice in handling the demographic challenge at the enterprise and regional level‘, richt zich op de volgende punten:
- De richtlijnen voor ‘active aging’ van de Europese koepelorganisaties van sociale partners in de ziekenhuissector (EPSU en HOSPEEM) omzetten naar arbeidsbeleid en organisatieniveau.
- Goede praktijken van sociale partners uitwisselen.
- De verschillende rollen in leeftijdsmanagement vastleggen (van vakbonden, werkgevers, ondernemingsraden en andere belanghebbenden).
- Het belang aantonen van sociale partners voor effectief leedtijdmanagement en voor een betere balans in werk en privé.
- Arbeidsvoorwaarden uitwerken, in de vorm van cao’s of andere relevante vormen, die in de deelnemende landen aangepast en in praktijk kunnen worden gebrach
Kennis en individuele behoefte
Sinds de startbijeenkomst, in maart in Duitsland, is het project al een eind op streek. In mei was een bijeenkomst gewijd aan leeftijdsmanagement in London. Om gepast leeftijdsmanagement in een organisatie te kunnen ontwikkelen, is volgens Joanne Crawford van The Institute of Occupational Medicine (IOM) in de eerste plaats kennis nodig over de leeftijdsopbouw in de organisatie. Verder is volgens haar vooral van belang dat wordt ingegaan op de individuele situatie en behoeften van de medewerker.
Leiderschap
Chris Ball (TAEN-UK) bracht vragen naar voren over het juiste leiderschap bij vergrijzing. Hij noemde projecten die kunnen dienen als goede voorbeelden, waaronder Blik op Werk en het (inmiddels afgesloten) StAZ-project Care4age. Hij stelde echter ook de vraag aan de orde waarom (over het algemeen) in de privésector eerder actie is ondernomen op het vlak van leeftijdsmanagement dan in de zorgsector. Ball noemde daarvoor de volgende redenen:
- De zorg is traditioneel een vrouwelijke sector en daardoor is de werkgever minder geïnteresseerd om verbeteringen tot stand te brengen (onder het motto: vrouwen verlenen zorg uit idealisme. Zij vinden goede arbeidsvoorwaarden en loon niet belangrijk).
- Werkgevers in de zorg zijn minder geneigd de economische noodzaak onder ogen te zien; veelal denken zij niet in de eerste plaats bedrijfsmatig (werkgevers zijn vaker arts dan manager).
- De zorg is niet innovatiegericht.
- Werknemers in de zorg zijn niet geneigd om druk uit te oefenen, bijvoorbeeld met een staking. Zij laten hun patiënten bij voorkeur niet in de steek
Balans werk-privé
De volgende projectbijeenkomst is op 22 en 23 juni in Belgrado. Het gaat daar in hoofdzaak over een goede balans van werk en privé, in het kader van de vergrijzing. Zo wordt besproken:
- Wat verstaan we eigenlijk onder een goede werk-privébalans?
- Welke concrete concepten zijn te gebruiken op organisatieniveau?
- Welke strategieën kunnen sociale partner toepassen om te komen tot een goede balans in werk en privé, levenslang leren en steeds langer werken.
Nederland levert een goed praktijkvoorbeeld over de balans werk-privé van de Zorggroep Twente. Ook wordt er vanuit Nederland (FNV) een inleiding gehouden over innovatief roosteren. Bij de bijeenkomsten zijn zowel werkgevers als vakbonden uitgenodigd.
Partners
Het project is een initiatief van ‘Arbeit und Leben Niedersachsen Ost‘, een aanbieder van opleidingen en trainingen verbonden aan de vakbond (Deutscher Gewerkschaftsbund). Andere partners zijn:
- FNV Zorg en Welzijn (lid van de StAZ);
- de Duitse vakbond ver.di en het Duitse ziekenhuis Lueneburg;
- de Engelse vakbond Royal College of Nursing;
- de Hongaarse onafhankelijke vakbond voor de zorgsector (EDFSZ);
- de Servische vakbond voor de zorgsector (SZZSZS);
- de Europese koepelorganisatie van vakbonden in het publieke domein (EPSU).
Meer informatie?
Neem dan contact op met Isabel Gaisbauer, beleidsmedewerker StAZ,
T: 070 376 58 79
E: i.gaisbauer@caop.nl.
Bron: Nieuwsbrief STAZ