Grotere porties en verpakkingen zijn een belangrijke oorzaak van de toename van het aantal mensen met overgewicht en obesitas. Maar hoe kan dit portiegrootte-effect worden voorkomen? Voor haar proefschrift onderzocht gedragseconome Iris Versluis een aantal maatregelen. Zo blijkt het plaatsen van een afbeelding van de aanbevolen portiegrootte op verpakkingen effect te sorteren. Versluis promoveert op donderdag 21 april 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. 

Mensen zijn geneigd meer te eten als ze grotere porties of verpakkingen voorgezet krijgen, ook wel het ‘portiegrootte-effect’ genoemd. Een opvallend kenmerk is dat mensen zelfs meer gaan eten als de porties zo groot zijn dat ze de kleine portie niet op krijgen, laat staan de grote. De steeds grotere porties en verpakkingen in de afgelopen jaren worden daarom gezien als een belangrijke oorzaak van de toename van het aantal mensen met overgewicht en obesitas.

Voor haar proefschrift wilde Iris Versluis ten eerste dit portiegrootte-effect beter begrijpen. Volgens haar baseren mensen hun consumptie onder andere op de portiegrootte omdat dit een indicatie geeft van de hoeveelheid die ‘fatsoenlijk’ is om te eten. Het is een sociale norm. Mensen komen niet graag over als excessieve eters – en het leegeten van het bord wordt zelden als excessief eetgedrag gezien. Het gevolg? Hoe groter de portie, hoe meer er wordt gegeten.

Afbeelding
Maar Versluis wilde ook manieren vinden om de invloed van het portiegrootte-effect te voorkomen. Daarvoor voerde ze een reeks gedragsexperimenten uit, waarbij proefpersonen met grote of kleine portiegroottes van diverse snacks werden geconfronteerd.
De invloed van portie- en verpakkingsgrootte verminderen is moeilijk, maar niet onmogelijk, concludeert Versluis. Mensen zijn in staat zich te beheersen, maar hebben wel een beetje hulp nodig. Ze moeten op verschillende wijzen worden gemotiveerd om hun consumptie niet of in mindere mate op de grootte van de aangeboden portie te baseren.

Een van die manieren is het plaatsen van een afbeelding van de aanbevolen portiegrootte op de verpakking. Zo’n aanbeveling geeft een goede indicatie van de hoeveelheid die ‘fatsoenlijk’ is om te eten en moedigt mensen aan om hun consumptie te matigen. In haar experimenten confronteerde Versluis de deelnemers met snackverpakkingen met daarop wel of geen aanbevolen portiegrootte. Zoals verwacht aten de proefpersonen minder toen de aanbeveling wèl op de verpakking stond, maar opvallend was dat de aanbeveling alleen effectief bleek als deze een afbeelding bevatte. Als enkel grammen worden vermeld, kunnen mensen zich geen goede voorstelling maken van de hoeveelheid.

Mensen herinneren aan hun lijndoelen is een andere manier om de invloed van porties te verkleinen. Het was al bekend dat mensen die regelmatig lijnen, beter in staat zijn om hun consumptie onder controle te houden als ze een herinnering aan hun lijndoelen zien. Een dergelijke lijnherinnering kan ook het portiegrootte-effect voorkomen. Deelnemers die tijdens het eten van M&M’s af en toe reclames over dieetproducten te zien kregen, aten aanzienlijk minder uit een grote zak M&M’s, waardoor de invloed van de portieomvang verdween.

Over de promovendus
Iris Versluis (1984) studeerde Economie aan Erasmus School of Economics, waar ze cum laude haar BA en MA diploma behaalde. Ze is momenteel werkzaam als consumer insights manager bij Unilever.

Bron: Erasmus University