Minder gewenste antibiotica
Artsen worden geacht antibiotica behoudend voor te schrijven vanwege kans op resistentievorming. Volgens de NHG-standaarden en het Farmacotherapeutisch Kompas zijn chinolonen, cefalosporinen en amoxicilline met clavulaanzuur in de meeste situaties geen eerstekeuzemiddelen. Chinolonen en cefalosporinen zijn zogenoemde reserveantibiotica. Amoxicilline met clavulaanzuur dient alleen te worden toegepast bij infecties door micro-organismen waarvan de resistentie tegen amoxicilline aangetoond of aannemelijk is.
In de afgelopen jaren zijn deze minder gewenste antibiotica steeds minder voorgeschreven. In 2011 verstrekten openbare apotheken daarvan nog 14,3 miljoen DDD’s. In 2014 is dat afgenomen tot 12,6 miljoen, een daling van 12%. Bij huisartsen was deze afname het sterkst. In 2011 schreven zij nog 10 miljoen DDD’s aan minder gewenste antibiotica voor; in 2014 was dat 8,6 miljoen. Dat is 14% minder. Bij specialisten viel die daling met 8% iets lager uit.
Beschikbaarheidsproblemen
In september van dit jaar bleken twee smalspectrumantibiotica, bedoeld voor parenterale toepassing, waaronder Penidural, niet meer leverbaar. In Nederland gebruiken jaarlijks 6500 patiënten deze middelen. De vrees was dat deze patiënten moesten uitwijken naar minder gewenste breedspectrumantibiotica met grotere kans op resistentie en die meer bijwerkingen vertonen. Sinds kort mag Tardocillin 1200 uit Duitsland worden geïmporteerd. Het middel is gelijk aan Penidural, maar is in Nederland niet geregistreerd. Voor artsen en apotheken betekent dit extra werk omdat het alleen op artsenverklaring mag worden geleverd.
Bron: SFK