Medische gegevens van patiënten worden voortaan vanuit de Ambulancezorg Groningen – en alle andere ambulances in Nederland – direct naar de Spoedeisende Hulp (SEH) en het Brandwondencentrum Groningen van het Martini Ziekenhuis gestuurd. FMT spreekt met beide organisaties over het waarom van het project, de uitdagingen, de werkwijze en het vervolg. Een ding is duidelijk, de patiënt heeft er veel baat bij.

 

Bram Oosting is beleidsadviseur bij Ambulancezorg Groningen. Hij vertelt: “In 2014 zijn we begonnen met het digitaliseren van de patiëntendossiers. Voorheen deden we alles handmatig. Toen we dat op orde hadden, was de volgende stap de patiëntgegevens op de juiste wijze digitaal in de vier Groningse ziekenhuizen te krijgen. Het digitaal versturen op zich was geen probleem, maar vervolgens moesten de gegevens in de ambulances wel uitgeprint worden. Het ziekenhuis scande het vervolgens en zette het in  de patiëntendossiers. Dat moest anders. Met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) zijn we met succes een eerste project gestart. Een tweede project, met het Martini Ziekenhuis, is in de tweede helft van 2016 van start gegaan en in maart van dit jaar afgerond. In dit project is de integratie met het SEH-dosser en het EPD direct gerealiseerd. De uitdaging is, elk ziekenhuis heeft zijn eigen Zorginformatiesysteem (ZIS). Ons systeem moet telkens op een andere manier met het ZIS van het ziekenhuis gekoppeld worden. Dat geldt ook voor de nog twee andere ziekenhuizen in Groningen, met wie we binnenkort eenzelfde traject aangaan.”

 

Technisch jasje
In dit artikel concentreren we ons op het project met het Martini Ziekenhuis. John van Son is projectmanager ICT in het ziekenhuis en vertelt: “In het verleden belde de ambulance met het Martini Ziekenhuis om aan te kondigen, dat ze met een patiënt onderweg waren. Ze vertelden wie de patiënt was, wat voor diagnose en/of letsel er geconstateerd was en wat zij ter plekke al gedaan hadden. Bij aankomst op de SEH volgde dan de print met daarin de hele historie, het rittenformulier. De wens was, dit digitaal te maken. Bram Oosting vertelde al over de digitalisering van deze vooraankondiging. Dit gebeurt via een koppeling aan de Landelijke Server Digitale Vooraankondiging (LS-DV). Echter, de LS-DV bewaart de medische gegevens niet voor langere tijd, maar zorgt alleen voor de routering. Dus zijn wij als ziekenhuis nog een slag verder gegaan, namelijk vanuit dat pakket een koppeling gemaakt met ons ZIS. Hiertoe hebben we het pakket AZN Connect aangeschaft. Ontwikkeld door IHomer in samenwerking me de RAV IJssellanden en de Isala Klinieken in Zwolle. Dit pakket zorgt ervoor, dat digitale gegevens van de patiënt in de ambulance geconnect worden met ons ZIS-EPD. Sterker nog, de gegevens komen direct in de SEH-module van het ZIS terecht. En krijgen we het burgerservicenummer (BSN) van de patiënt door, dan wordt er ‘onder water’ nagegaan of de patiënt bekend is in het ziekenhuis. Zo ja, dan vindt automatisch koppeling met het digitale dossier plaats.”

 

In de praktijk
Hoe gaat het nu praktisch in zijn werk? Vanaf het moment, dat de ambulance ter plaatse is, verzamelt Ambulancezorg Groningen gegevens van de patiënt. Indien de patiënt naar het Martini Ziekenhuis moet worden vervoerd, dan wordt dit nog steeds telefonisch gemeld bij de SEH en vervolgens worden de verzamelde gegevens digitaal aangeleverd. De SEH kan voortaan op een scherm zien welke patiënt onderweg is, met welke urgentie en wat de verwachte aankomsttijd is. Indien de aankomsttijd wijzigt, verandert dit in real time op het informatiescherm. De informatie stelt zorgpersoneel in staat de patiënt direct bij aankomst op te vangen en zich voor te bereiden door alvast de gegevens van de patiënt te bekijken die tijdens de ambulancerit worden gemaakt. De mogelijkheid direct vanuit de ambulance berichten en foto’s te delen, is met name ook voor het Brandwondencentrum van groot belang. Het soort brandwond en het percentage van verbranding is goed vast te stellen. Specialisten van het Brandwondencentrum kunnen het ambulancepersoneel adviseren over de beste behandeling van de brandwond en de manier van vervoer naar het ziekenhuis of verwijzen naar een andere behandelaar, bijvoorbeeld een huisarts.

 

Van Son: “Voor alle duidelijkheid, de digitale informatie vanuit de ambulance komt direct bij de SEH of het Brandwondencentrum binnen. We hebben twee ingangen. Andere afdelingen binnen het ziekenhuis kunnen het SEH-dossier met het bijbehorende ritformulier natuurlijk wel inzien.”

 

Uitdagingen
Technisch was een van de uitdagingen, zo vernemen we van de heren, dat informatie – procesinformatie, medische gegevens, foto’s en hartfilmpjes – op een veilige manier in het ZIS van het ziekenhuis geplaatst moest worden. Dit gebeurt met de communicatietool Zorgmail, die NEN7510 proof is. Zorgmail is een landelijke door Ambulancezorg Nederland gekozen oplossing.

 

Bram Oosting: “De technische uitdaging zat vooral aan de ziekenhuiskant. Twee systemen moesten met elkaar verbonden worden, wat nu dus gebeurt met AZN Connect. Zoals eerder gezegd, elk ziekenhuis heeft een ander ZIS, dus moet er elke keer anders gekoppeld worden. Het handigste zou natuurlijk een standaardkoppeling zijn voor alle Groningse ziekenhuizen.”

 

John van Son over de uitdagingen: “Een dergelijk systeem van digitaal uitwisselen van gegevens lijkt in het begin een nice to have; het is iets moois om te hebben. Ben je een paar maanden verder, dat blijkt het bijna niet meer weg te denken te zijn in de praktijk. Dus is het zaak te zorgen voor een stabiele omgeving. Dit betekent dat je vooraf goed moet kijken naar de wijze van inrichten. Hoe zitten de ketens in elkaar?”

 

Betere zorg
“We krijgen veel positieve reacties op de nieuwe werkwijze”, zegt Van Son. “We kunnen veel beter anticiperen op de situatie van de patiënt en nog betere zorg geven.”

 

Oosting beaamt dit. “Voordat de patiënt in het ziekenhuis aankomt, is er al informatie beschikbaar. Dat komt de zorg aan de patiënt ten goede. Ook liggen gegevens vast. Er kan geen sprake zijn van spraakverwarring. De gegevens hoeven later in het proces niet op verschillende manieren overgestuurd te worden. En stel, dat een ziekenhuis wetenschappelijk onderzoek wil doen, dan hoeven ze ons niet te raadplegen. Ze hebben de gegevens zelf al.”

 

Toekomst
“Er ligt nu een prima basis met het Martini Ziekenhuis” zegt Bram Oosting. “Natuurlijk denken we na over vervolgstappen. Het blijkt, dat nog niet in alle gevallen de foto-applicatie gebruikt wordt. Is een patiënt erg ziek, dan heeft het ambulancepersoneel zijn handen vol aan de patiënt. Voor het maken van een foto is dan geen tijd. We zijn aan het bezien, hoe we hier mee om gaan. Ook zijn we aan het nadenken over life streaming, het versturen van bewegende beelden. Dan kunnen we de interactie nog meer mee bevorderen.”

Tekst: Betty Rombout

Bron: FMT Gezondheidszorg