Het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI) gaat de komende vijf jaar nieuwe richtlijnen voor infectiepreventie ontwikkelen. Dat doet zij samen met zorgprofessionals uit de medisch-specialistische zorg, langdurige zorg en publieke gezondheidszorg.
In eerste instantie herziet het SRI de bestaande richtlijnen van de voormalige Werkgroep Infectiepreventie (WIP). Daarna volgen nieuwe richtlijnen. In 2021 starten acht werkgroepen met herzien van richtlijnen, bijvoorbeeld over handhygiëne, resistente bacteriën (MRSA, BMRO) en persoonlijke beschermingsmiddelen. De richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het SRI. De richtlijnen over medisch-specialistische zorg worden ook gepubliceerd in de Richtlijnendatabase.
Als zorgdomeinen samenwerken
Het SRI heeft het officiële startschot gegeven voor de herziening van bestaande en ontwikkeling van nieuwe richtlijnen tijdens het symposium Infectiepreventie dat begin oktober plaatsvond. Hoogleraar Infectiepreventie Andreas Voss nam daarbij de aanwezigen mee in de plannen van het SRI: “Door als zorgdomeinen samen te werken willen we betere richtlijnen maken: begrijpelijk, uitvoerbaar en met breed draagvlak.” Hij gaf aan dat het SRI dit niet alleen kan en riep zorgprofessionals op een bijdrage leveren door te participeren in een werkgroep.
Over het SRI
Binnen het SRI werken acht organisatie samen, namelijk FMS, SKILZ, RIVM, VHIG, NVZ, NFU, ActiZ en Zorgthuisnl.
 gaat de komende vijf jaar nieuwe richtlijnen voor infectiepreventie ontwikkelen.){kind=link}