Ziekenhuizen verzamelen dagelijks veel data die met weinig inspanning gebruikt kunnen worden voor kwaliteitsverbetering.

Toch gebeurt dit nog amper, voornamelijk door de hoge werkdruk waardoor zorgprofessionals niet of minder kunnen registreren of de verkregen informatie niet kunnen gebruiken om daadwerkelijk een kwaliteitsverbetering in gang te zetten.

In ziekenhuizen worden dagelijks veel data verzameld in het elektronisch patiëntendossier (EPD), die ingezet kunnen worden voor kwaliteitsverbetering. Uit het onderzoek blijkt dat ziekenhuizen het moeilijk vinden om deze data effectief in te zetten. Het is moeilijk zorgprofessionals te motiveren data te registreren voor kwaliteitsdoeleinden als de zorgprofessional het nut van deze registraties tijdens zijn werkzaamheden niet ervaart.

Belemmerende factor
Een andere belemmerende factor is dat zorgprofessionals veel moeite moeten doen om te registreren, omdat het EPD niet goed aansluit bij het primaire zorgproces. Niet alle verzamelde data is per se waardevol, volgens onderzoeker Manouk Visser. Pas als deze data op de juiste manier wordt verwerkt tot informatie heeft het verzamelen van alle data een meerwaarde.

Vertrouwen in de accuraatheid van de verkregen informatie is niet vanzelfsprekend. Veel zorgprofessionals staan wantrouwig tegenover de verkregen kwaliteitsinformatie. Daarom is het extra belangrijk hen te betrekken bij de totstandkoming van de informatie, stelt Visser.

Bovendien is het lastig voor de BI-afdeling (business intelligence) om de informatie snel te leveren. EPD’s moeten niet alleen ingericht worden om te kunnen registreren en communiceren, aldus de onderzoeker. “Bij een inrichting van een EPD moet juist ook nagedacht worden over het hergebruik van de gegevens.” Volgens respondenten is er in sommige ziekenhuizen een tekort aan bekwaam personeel, andere respondenten hebben moeite om de juiste informatie te ontsluiten of de informatie snel genoeg te kunnen leveren.

Om zorgprofessionals te motiveren gebruik te maken van deze data is het belangrijk dat zij daadwerkelijk tijd krijgen om de data te analyseren en een verbetering in gang te zetten. Ook moeten zij gemotiveerd worden data (correct) vast te leggen. Hierbij is het volgens Visser van belang om het nut van deze registraties uit te leggen en te demonstreren. “De verzamelde data kan een aanvulling zijn op de klinische blik van de zorgprofessional.”

Door zorgprofessionals data terug te geven over de door henzelf geleverde zorg, zien zij de waarde van deze data en het nut van de juiste registratie. De onderzoeker haalt het voorbeeld aan van de samenwerkende hartcentra. Zij hebben het aantal overlijdensgevallen bij openhartoperaties significant laten dalen door vlak voor de operatie de conditie van de patiënt nog te controleren en daarop het operatieplan aan te passen.

Zorgprofessionals kunnen geremd worden in het maken van data-analyses omdat er ook ongewenste informatie boven zou kunnen komen. Verschillende respondenten zeggen dat er een taboe op fouten maken heerst. Als gewonnen informatie gebruikt wordt om individuen of afdelingen die fouten maken of minder presteren te straffen, bestaat het gevaar dat deze zorgprofessionals niet meer willen registreren en analyseren. “De verworven informatie moet positief ingezet worden voor de kwaliteit van de geleverde zorg, anders belemmert dit de motivatie van de zorgprofessionals voor het verkrijgen van informatie over de kwaliteit van zorg”, aldus de onderzoeker.

Dit scriptieonderzoek is uitgevoerd door Manouk Visser, Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht.

Meer informatie?Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Marieke de Ruyter: marlieke.de.ruyter@mxi.nl

Bron M&I